Maken door breken:
Hoe zorg je ervoor dat een beschouwer met zijn eigen ik breekt, zodat je hem één kan maken met jouw werk?
8.1 Het doorbreken van patroon
Na mijn studierichtingoverstap had ik veel moeite met het loslaten van de conceptuele inborst van mijn vorige opleiding. Op de Faculteit Kunst, Media en Technologie wordt de conceptualiteit, wat tevens een apart leervak is, er bij wijze van spreken ingestampt. Zie dat er op korte termijn maar eens uit te krijgen.
Ondanks dat ik weet dat bij het vervaardigen van nieuwe werken een conceptuele geste in een later stadium van mijn carrière behulpzaam zal zijn, is het voor het creatieve proces, met name het ontwerpproces, erg praktisch om alle banden met een vooringenomen positie te breken. Maar het lukte me pas na een jaar om wel degelijk een werk ‘te laten ontstaan’. Dit was Extenuating circumstances (2008).
Voor dit werk ben ik begonnen met een behuizing te bouwen voor een monitor. Deze behuizing, een houten kubus, ben ik vervolgens met een monitor erin, met een video van een voorgaand werk, op allerlei plaatsen in mijn atelier te gaan positioneren. Eerst op mijn werkbank, aan de muur en uiteindelijk gewoon op de grond. Dit wekte bij de meeste voorbijgangers, klasgenoten en docenten, de meeste interesse.
Van hieruit ben ik heel instinctief te werk gegaan tot er een veilige habitat ontstond voor een meisje van tweeënhalve centimeter. Dit meisje kan hier haar angsten en frustraties uiten. Op deze manier werk ik veel vrijer en vooral veel minder krampachtig. Hierdoor heb ik geleerd dat ik oude gebruiken soms beter achterwege kan laten.
Voor mijn afstuderen was ik echter in mijn oude patroon beland, een veilige manier van werken. De gebruikelijke van te voren uitgestippelde stappen uitwerken en op deze manier tot mijn eindresultaat komen. Voor mijn gevoel een risicoloze missie, maar, zoals al eerder in deze thesis duidelijk werd, bleek het tegendeel waar. Naar mijn mening had ik mijn concept, welke overigens aan het begin van het laatste semester was goedgekeurd, goed uitgewerkt.
Maar juist doordat ik in mijn oude patroon was geraakt, heeft het mijn proces bemoeilijkt. De grootste moeite had ik met mijn stijl behouden, wat ook naar voren kwam toen mijn installatie afgekeurd werd.
Tijdens de productie mijn komende werken zal ik mezelf steeds moeten blijven herinneren aan de kracht die ik heb geput uit het instinctief werken, want daar heb ik het meeste profijt van.
8.2 Spullen herkauwen
Als comparatief het volgende. Mijn zwager die in Amsterdam woont heeft altijd een netjes geordend huis. In eerste instantie dacht ik dat het door allerhande bijzaken kwam als een werkster of iets dergelijks. Maar laatst realiseerde ik me dat hij ieder huis begint zonder spullen. Of laten we zeggen met noemenswaardig weinig spullen. Hij doet afstand van meubels en fröbels en begint gewoonweg opnieuw. Een nieuw huis met een schone lei, met als resultaat perfecte meubels voor de ruimte. En dit heeft weer als resultaat; een goed geordend huis.
Daar benijd ik hem aan de ene kant enorm om, dat lijkt me zo aangenaam. Dat alles precies op de plek staat waar het hoort en dat het ook daadwerkelijk past. Maar anderzijds vind ik het persoonlijk erg prettig om spullen te herkauwen. Wij, maar eigenlijk vooral ik, kunnen onze spullen wegdoen. Onze zolder en mijn atelier staan er bol van; spullen die van mij zijn. Meestal gaat het om hebbedingetjes, maar soms ook om grotere spullen.
Jaren later kunnen hebbedingetjes weer opduiken uit een stoffige oude koffer en heb ik er weer even veel plezier van als in de tijd dat ze bij me introkken. Dit veelvoudig herkauwen van onze vorige inrichting, resulteert in een lichte chaos. Waar we eigenlijk niet op zitten te wachten, maar waar we toch ook weer blij van worden. Ergens zie ik onze chaos als hetgeen wat, let wel in materiële vorm, ons leven voltooit.
Oude spullen, zijn als oude gebruiken. De meeste mensen zouden zeggen: ‘die zijn we liever kwijt dan rijk.’ Alhoewel velen er evenzo dit soort ‘verzamelingen’ op nahouden. In stoffelijke dan wel geestelijke vorm. Er zijn ook mensen die elke dag exact om zes uur hun avondeten op tafel hebben staan, maar dat zal je mij nooit zien doen. Persoonlijk voel ik me door verzamelingen, gebruiken en gewoonten de koning te rijk. Wat overigens in deze context een fijn passend illustrerend gezegde is.
8.3 Herwaardering van waarden
Volgens Freud is verdringing, maar in mijn ogen alle herinneringen zowel bewust als onbewust, de veroorzaker van latere gevormde associaties. “Wanneer een wens onaanvaardbaar voor ons is, wordt deze naar het onbewuste verbannen, waar hij ons dagelijks leven, onze overtuiging en ons gedrag blijft beïnvloeden terwijl we ons grote moeite geven om ons van dat proces niet bewust te worden.” (Chamberlain, 2000, p.12) Het gaat mij hier om het proces van deze innerlijke problematiek, wat we de herwaardering van waarden kunnen noemen.
In deze tijd verruilen we oude waarden, door groei van zelfbewustzijn en zelfvertrouwen op een onbewust niveau, met nieuwe of wel herziene waarden. “…we kunnen er niet het juiste gewicht aan toekennen, wachtend tot een latere interpretatie en weer gevoel en waarde aan teruggeeft.” (ib., p71)
Maar nu is de vraag hoe je een beschouwer met zijn voorgaande waarden kunt laten breken. De formule hiervoor staat beschreven in Zarathustra; “..en wie een schepper wil zijn in het goede en kwade, die moet eerst een vernietiger zijn en waarden stukbreken. Zo behoort het hoogste kwaad tot het hoogste goed: en dit laatste is het scheppende.” (Nietzsche, 1888/1908, p.128)
In het kort kunnen we hieruit opmaken dat men door de beschouwer te laten breken met zijn waarden, met behulp van een nieuwe waarde aan te brengen, hij op een nog niet ervaren belevenis aanbelandt.
Op mijn werk gereflecteerd zou ik een beschouwer van zijn stuk moeten brengen door een ongebruikelijke interactie te scheppen. En zo krijgt mijn boodschap de kans. Deze zou dan, louter theoretisch aangehaald, exact volgens de feiten doorgegeven kunnen worden, zonder dat de persoonlijke mening van de beschouwer erin is verwerkt.
Ter verduidelijking stel ik nog even hier het volgende, omdat ik mezelf niet als een valse god zie. “De bliksem van de waarheid treft juist degene die het hoogst staat: wie begrijpt wat er vernietigd werd, moet kijken of hij eigenlijk nog wel iets in handen heeft” (ib., p.136). Het is immers niet de bedoeling om de beschouwer voor de aankomst in het beloofde land naar het voorland te deporteren.