Thesis 2010 ~ Only in Dutch C7

De samenwerking van ons psyche en ons fysieke:
Kan je denkpatroon zonder je lichaam en kan je lijf zonder contempleren?

7.1    De gedaanteverwisseling
Gregor de hoofdpersoon in De gedaanteverwisseling van Franz Kafka is vertegenwoordiger. Hij werkt bij een bedrijf waar zijn ouders een grote schuld hebben lopen. Hij heeft een hekel aan zijn baas en aan het werk, maar omdat hij veel voor zijn ouders overheeft blijft hij werkzaam bij het bedrijf. En hij woont met zijn ouders en zijn zus in een groot huis wat hij voor zijn ouders heeft gekocht.

Op een dag wordt Gregor wakker als een reusachtige kever van menselijk formaat. Omdat hij het idee heeft dat hij nog slaapt neemt hij zijn gedaanteverwisseling niet serieus en besluit verder te slapen. Zijn ouders en zus raken ongerust en gaan polshoogte nemen, omdat Gregor al enkele uren te laat is voor zijn werk komt en er eveneens iemand van zijn werk langs om te kijken wat er aan de hand is.

Als zij geconfronteerd worden met het afschuwelijke nieuwe uiterlijk van Gregor wordt hij ruw in zijn kamer teruggedreven. De deur is echter te smal en hij loopt verwondingen op aan de zijkanten van zijn lichaam. Door zijn verwondingen raakt hij bewusteloos, als hij die avond ontwaakt bemerkt hij dat zijn zus melk met stukjes brood voor hem heeft klaargemaakt, zijn lievelingskostje. Vanaf die dag zorgt zijn zusje voor hem.

Gregor is een zwarte kever met een gepantserde rug, voelsprieten en dunne pootjes. Als mens was hij vriendelijk, tolerant, hardwerkend, een doorzetter en zorgzaam. Als kever bleef zijn menselijke karakter wel behouden. Maar doordat zijn familie hem op een gegeven moment opsluit en erg onverschillig op hem reageert, verandert hij tevens op het psychische vlak, zoals hij op fysiek vlak zijn transformatie al had ondergaan. Zelfs zijn zus krijgt een afschuw van hem.

Hij raakt vereenzaamd en sterft een eenzame dood. De familie is ondanks hun ontsteltenis wel bedroefd en ze besluiten samen een wandeling te maken. Ze besluiten het verdriet te vergeten en bedenken zich dat het nu tijd is om aan de toekomst van hun dochter te denken. (cf. Kafka, 1915, p. 21-64)

7.2    The legible city

In 2002 betrad ik voor het eerst een The legible city (1988-1991) van de Australische kunstenaar Jeffrey Shaw, een van de grootvaders van de nieuwe mediakunst, in het ZKM in Karlsruhe. The legible city is een meervoudig uitgewerkte virtuele installatie in onder andere Manhattan en Amsterdam. Hier zijn delen van de grondplannen van deze steden voor gebruikt en er is voor het beeldmateriaal tevens gebruik gemaakt van bronnen die direct terug te herleiden zijn naar deze steden.

Deze installatie werkt als volgt; de beschouwer neemt plaats op de fiets en zodra de beschouwer in actie komt start de simulatie die te zien is op een scherm recht voor de fiets. Door te trappen en te sturen wordt het publiek als het ware meegevoerd door Shaw’s virtuele wereld. De gebouwen in deze wereld zijn geconverteerd tot kolossale  letters. Deze wereld beslaat een leesbare 3D-wereld van een aantal vierkante kilometers. Het verhaal wat te lezen is, mits de beschouwer de goede route rijdt, is chronologisch.

Maar ‘rondfietsen’ betekent sowieso lezen, maar dan op een volledig ander niveau. 

legiblecity_zpse66b8c2b[1] Ik zit op een fiets voor een groot doek waarop rijen huizen en de straten van Manhattan geprojecteerd worden. De huizen zijn veranderd in levensgrote letters. Ik rij door de stad, ik trap, ik stuur, ga naar links, naar rechts en rij op de letters af, op de huizen, ik fiets door de straten door een canyon van wolkenkrabbers de Fifth Avenue af.

Het vijf meter grote projectiescherm absorbeert mij, de fietser, neemt me als het ware in zich op, en laat mij trappend en sturend door    de straten van letters rijden, je steekt Broadway over, het World State Building doemt op, en daar aan het einde van de Wallstreet ligt de haven. Deze kleurrijke wereld van letters is zuiver   artificieel, een fictieve stad, een leesbare stad, een visioen, een surrealistische vormenwereld waarin je volledig opgaat.” (Heinrich Klotz, directeur van het ZKM, 1995, WWW)

Deze interactieve installatie laat echter zijn beschouwer, of misschien beter gebruiker, denken de baas te zijn over het traject. Wat mijns inziens de kracht is van deze installaties, de verhalende, de architectonische en de technische aspecten daargelaten.

Ondanks dat deze virtuele wereld, net als alle andere, volledig afgebakend is door haar maker beschikt het vanwege de ongedwongen sfeer over een onverbloemd karakter. Niettegenstaande dat deze installatie voor haar tijd een technisch hoogstandje is.

7.3    Het functioneringsdialoog

Zoals ik al eerder aanhaalde ontkende Descartes de verbintenis tussen zintuiglijke registratie en lichamelijke ondervinding en de psyche. Een waarneming ondergaat pas zijn transformatie naar de waarheid, als de gedachtes door het bevattingsvermogen omgezet zijn tot inzicht. Ten tijde van deze realisatie kwamen lichaam en geest naast elkaar te staan. Descartes ging er zelfs zo ver in dat hij stelde dat lichaam en geest geheel niet op elkaar inwerken. (cf. Smeijsters, 2008, p.15) Zoals we uit De gedaante verwisseling kunnen we opmaken dat de situatie op de hoofdpersoon, evenals de bijpersonen, een desastreus effect heeft gehad. Ondanks het fictieve gehalte van dit verhaal kunnen we eruit opmaken dat lichamelijkheid van groot belang is bij het ervaren van onze emoties.

Nu ben ik me wel bewust dat het lichaam vergankelijk is en de geest eeuwigdurend. Maar het is vrij gefundeerd om te speculeren dat lichaam en geest veelal heftig op elkaar inwerken. Denk maar, even heel alledaags, aan een goed doordachte grap waar je om moet lachen. Heel het lichaam beweegt als reactie veroorzaakt door de psyche. En in contrarie krijgt onze geest associaties door een streling op het lichaam; bijvoorbeeld als een troost van een dierbare.

Plato stelde, in het verlengde van zijn dualisme, ooit in dialoog met Socrates eens aan de orde of lichaam en geest elkaar dan ook aanvullen.

Naar mijn idee is het onjuist om te stellen dat een goede lichamelijke conditie automatisch tot een goede psychische ontwikkeling leidt. Ik geloof eerder dat het omgekeerd is dat een goed ontwikkelde psyche door zijn eigen kwaliteiten zal zorgen dat het lichaam in optimale conditie verkeert. (Plato, 1975, p.75)

Tot op zekere hoogte is dit natuurlijk waar, alhoewel het lichaam overduidelijk de vruchten plukt van de kwaliteiten van de goed ontwikkelde psyche. Zo ook zal een goede lichamelijke conditie absoluut bijdragen aan de psychische ontwikkeling.

Sterker nog “De geest kan niet werken zonder informatie uit het lichaam(…)de geest vormt zich representaties van wat zich in het lichaam afspeelt.” (Smeijsters, 2008, p.17) en vice versa. Hiermee bedoel ik niet te zeggen dat het fysieke en de psyche elkaar uitsluiten. Maar als je lichaam bijvoorbeeld door verlamming niet meer meewerkt aan de verwerking van ervaringen, dan mis je een groot deel van de algehele beleving. Om maar niet te spreken van een verstandelijke handicap of zelfs cerebrale dood. Doordat een van onze gesteldheden passief is kunnen we minder goed observeren. Het werk van Shaw maakt dan ook gretig gebruik van deze onlosmakelijke samenwerking. Het lichaam wordt zowel letterlijk als figuurlijk in dienst gesteld van het innerlijk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>