Versterkte zintuigen tijdens individualiteit:
Intensiveren je zintuigen als je alleen bent, of zwakken deze juist af?
3.1 Voertuigen vervoering
Met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht ben ik in oktober 2009, met een klein deel van mijn enigszins nieuwe klas, op excursie geweest naar London. In de touringcar bevonden zich meer niet-klasgenoten dan klasgenoten. En de klasgenoten die meegingen kende ik nog niet.
Wegdromend op de deinende schommeling van de ferry naar Londen werd mijn gedachtestroom onderbroken door de herinnering dat ik delen van de reis wilde filmen. Gezien mijn camera nog in de touringcar lag bewoog ik me naar het ruim, een paar verdiepingen lager in het schip. Eenmaal een etage lager hoorde ik het gegons van autoalarmen en nieuwsgierig daalde ik de traptreden enigszins voorzichtig af.
Op de juiste etage aangekomen liep ik het ruim in en baande me, enigszins gehypnotiseerd, een weg tussen de verlaten voertuigen. Het was donker, stoffig en de algehele ambiance van het ruim was onheilspellend. Een kruisbestuiving van een kunstmatig in gang gezette droom en een macaber sprookje was het. Toch wilde ik geleid, door een onverklaarbaar dwangmatig sentiment, blijven.
Misschien werd dit sentiment gevoed door de kracht van het individueel observeren. In het verlengde van me alleen voelen, alhoewel ik met een grote groep mee ging, op deze reis.
De touringcar heb ik niet gevonden, maar wel de esthetiek van de eenzame observatie van een gebeurtenis wat misschien zo alledaags is, maar door mijn tijdelijke individualisatie juist zo onderhoudend. Hierna vroeg ik mezelf af of deze ervaring in groepsverband even indrukwekkend geweest zou zijn.
Om mijn nieuwsgierigheid hiernaar te bevredigen ben ik een half uur later met een klasgenoot het ruim binnengegaan. Maar het lot had reeds voor mij bepaald dat dit een individuele ervaring moest zijn. Want wat wilde het feit de aanstichter van de autoalarmen was het afvaren geweest en eenmaal een poos op een kalme zee had de alarmen doen verstillen.
3.2 Innerlijke massahysterie
Tijdens deze excursie hebben we een ochtend de kunstbeurs Frieze bezocht. Van deze beurs waren hoge verwachtingen geschapen door de docenten, waardoor ik er met veel genoegen naar uit had gekeken.
Na me een behoorlijk lange weg gebaand te hebben, door de mensenmassa bij de ingang, de kaartcontrole en de garderobe was het zover. In een korte tijd kon ik absurd veel toonaangevende hedendaagse kunst bekijken. Na eenmaal een stuk opgelopen te zijn met een aantal groepsgenoten besloot ik toch individueel te gaan observeren, waarschijnlijk geleid door mijn ervaring op de ferry.
Maar ik kwam er al gauw achter dat er nagenoeg geen mogelijkheid is je te individualiseren te midden van de duizenden bezoekers die de beurs op dat moment bezoeken. Daar liep ik dan als krampachtige ‘einzelgänger’ te midden van duizenden andere ‘individuen’, dit is duidelijk niet de plek om individueel te willen observeren. Het begon er zelfs op te lijken dat dit sowieso niet de plek was om kunst te kijken. Mensen spreken je aan, mensen lopen door je beeld, mensen botsen tegen je op. Mensen, mensen en nog eens mensen.
Bovendien bestaat er hier ook een luid gegons, maar in dit geval spreken we van een geroezemoes in verschillende talen en verschillende stemmen. Dit maakte, gezien ik een groot deel van de mensen verstond, dat mijn concentratiespan aanzienlijk teruggedrongen werd.
Helaas kan ik me, deels door deze drukte, van de werken die ik op Frieze gezien heb nauwelijks iets herinneren. Toen ik na tweeënhalf uur persoonlijke chaoscrisis op de koop toe bijna een paniekaanval kreeg was de maat vol. Acuut wilde ik de beurs verlaten en deze laten voor wat het was.
Terwijl ik in het laadruim nog uren door had kunnen lopen om de schoonheid van ranzige voertuigen en het snerpende lawaai van alarmen in me op te nemen, kon ik voor een bolwerk van 150 galeries en talloze artiesten echter niet de nodige concentratie opbrengen. Naar mijn mening is dit enkel door de inbreuk op mijn individualisatie, door het andere publiek, veroorzaakt. Op de duizenden kunstwerken had ik gerekend, maar op een mensenmassa had ik mij niet voorbereid.
3.3 De kracht van de eenzaamheid
Le Bon ziet tijdelijke massa en juist een rumoerige kortstondige massa als de veroorzaker van de teloorgang. De verdwijning van hetgeen onze individuele ontwikkeling heeft ondergaan, dan wel tijdelijk, maar het is verdwenen. (cf. Freud, 1924, p. 76) Maar volgens Freud zoals Bally het in zijn boek beschrijft valt dit onder de noemer van objectverlies. In dit geval zou mijn ergernis en angst veroorzaakt moeten zijn door mijn, tot tweede natuur geworden, levensinstelling.
Aan de brug, daar stond ik
laatst in donkere nacht.
Van verre klonk gezang:
in gouden druppels golfde ‘t
over het bevend oppervlak.
Gondels, lichten, muziek-
dronken dreef het weg in de schemering…
Mijn ziel, een snarenspel,
zong, onzichtbaar geraakt,
stil een gondellied erbij,
trillend van bonte zaligheid.
-Luisterde iemand naar haar?…
(Nietzsche, 1888/1908, p. 47)
Maar is er zonder een levensinstelling als deze, ook sprake van zintuigenversterking? Men wordt door het beschouwen van kunst sowieso verrast, verward of overrompeld door de ervaring van het werk. Maar volgens Descartes zijn zintuiglijke registratie en lichamelijke ondervinding los te koppelen van de psyche. Want wat men zintuiglijk vaststelt is onduidelijk, men kan louter door een vastgestelde object volledig te begrijpen het zich eigen maken. (cf. Smeijsters, 2008, p.15) De ervaring van kunst heeft dan ook geen langdurige cognitieve effecten die een individu anders laten denken of handelen.
Daarentegen kan het inzetten van verbeeldingskracht wel nieuwe inzichten opleveren. De verbeelding, net als de creativiteit, is een element wat zich het best naar voren laat komen in stilte en afzondering. Waarom zoeken creatieve geesten toch eigenlijk zo graag de eenzaamheid?
Door in contact te treden met je diepste gevoelens vindt een soort ordeningsproces plaats, hetzelfde proces dat optreedt tijdens de slaap en tijdens het dialoog wat je voert met een werk tijdens de beschouwing hiervan. De hersenen hebben tijd, rust en afzondering nodig om prikkels als deze te verwerken. Net zoals creatieve ideeën die eerst een bepaalde tijd moeten sluimeren, tijdens een zogeheten ‘incubatie’-periode, tot ze ineens doorbreken.
Mijn vraagstelling is daarom niet discutabel. Het is eerder een kwestie of je het toelaat dat je zintuigen versterken als je alleen bent. Wat voor je persoonlijke groei wat mij betreft enorm aan te bevelen is.